zaterdag 9 april 2011

Lijmdraden

Jij, meisje, eigenlijk jonge vrouw met je kinderlichaampje. Wat geniet je van jezelf, heerlijk. Je spiegelbeeld lacht terwijl je kleren slonzig om je heenhangen. Alles past perfect bij elkaar, naar eigen zeggen. Iedereen weet wie je bent, maar of ze daar blij mee zijn- ik zeg niks.

Meisje, wist je maar wat iedereen van je vond. Als je weer eens met je irritante, achterbakse kop de bemoeial aan het uithangen bent, lijkt iedereen je aardig te vinden. Met nadruk op lijkt. Wist je maar hoe irritant je was.

Je hebt vast veel vrienden. Wat je ook hebt, is veel lijm. Geen zichtbare lijm, geen nagellijm- lijmdraden. Vastgeplakt aan de mensen die je onder de tang hebt. Zonde. Wil iemand anders tegen jouw beste vriendinnetje praten, dan sta jij er met je heksenneus bovenop. Jouw mening is namelijk echt ontzettend belangrijk.

Aan mannelijke aandacht geen gebrek, zoals je zegt. Wat ik overigens totaal niet kan begrijpen- and believe me, I am not the only one. Mijn moeder zou zeggen; een zak zout op en nog geen dorst. En een man met fatsoenlijk werkende hersens zou zeggen; Een zak over je kop en erin en eruit. Meer niet. Gelukkig heb jij een vent waarbij wel meer dan één steekje loszit. Ach, zolang zijn derde been maar werkt en jij het heerlijk kunt rondbazuinen aan iedereen die het maar wil horen.

Als iedereen tevreden is, ben jij dat niet. Ik weet niet waar je dat humeur hebt gekocht, maar één ding is me duidelijk. Graaf diep in de vuilnisbak, zoek die bon op en breng hem terug. Ruilen mag ook, slechter dan dit kan het toch niet meer worden.