vrijdag 23 december 2011

Support trade, not aid



Een eigen winkel in het hart van Amsterdam, een goedlopende tassenlijn en een finaleplaats op de Green Fashion Awards. Paulien Wesselink (26) heeft het allemaal, maar droomt nog steeds. ‘Het liefst zet ik mijn eigen fairtrade beweging op om mensen bewust te maken van groen leven’.

Waarom ben je begonnen met ‘O My Bag’?

‘New York zorgde ervoor dat ik mijn droom achterna ging. Ik studeerde daar Business Management en wilde graag iets doen voor mezelf; eigen ondernemer zijn. Mijn tweede studie, internationale betrekkingen, sloot aan bij wat ik wilde en ik kwam al snel bij een combinatie tussen leren en werken. Ik wilde een product aanbieden waarmee ik iets kon doen om armoede te bestrijden. Ondernemen en werken voor het goede doel, dat is voor mij de ultieme combinatie.’

Is ‘O My Bag’ een winstgevend bedrijf?

‘Het grote verschil tussen mijn producent en andere producenten is dat mijn producent –in India- niet gericht is op winst. Andere producenten knijpen hun werknemers uit zodat er veel winst over blijft. Samenwerken met een fairtrade organisatie houdt dat tegen. Het draait allemaal om eerlijke handel. Eigenlijk is ‘O My Bag’ één groot goed doel!’

De goedkoopste tas is 180 euro. Voor welke doelgroep zijn de tassen bestemd?

‘Het ligt aan de keuzes die mensen maken. Het is heel belangrijk om als klant te realiseren dat het kopen van een tasje bij de Hema heel anders is dan het kopen van een tas van een fairtrade organisatie. Naast de grotere leren tassen heb ik speciaal voor studenten ook canvastasjes bedacht. De prijs hiervan is 17 euro, wat goed te betalen is. Verder is het gewoon a state of mind; het ligt er aan of je het geld ervoor over hebt.’

Je mag met je tassen naar de Amsterdam Fashion Week. Welke tassen neem je mee?

‘Er mogen drie modellen mee naar de Amsterdam Fashion Week. Ik neem de ‘Sleazy Jane’ mee, de Dirty Harry en de Franky Fierce. De reden daarvoor is simpel: ik heb nog maar een hele kleine collectie. Ik heb 1250 euro gewonnen om alles te regelen voor de Fashion Week, dat gaat dus niet naar de tassen, maar naar de productie. De modellen en businessplan voor de show moet ik zelf betalen, daar gaat het meeste geld in zitten.’

Nu je finalist bent voor de Green Fashion Awards krijg je ontzettend veel media-aandacht. Hoe ga je daarmee om?

‘Ik vind het te gek dat het merk zoveel aandacht en waardering krijgen. Naamsbekendheid is toch iets waar je op hoopt, het zou heel jammer zijn als niemand naar je merk omkijkt of erover schrijft. Als iemand iets moois schrijft over de tassen waar jij je ziel en zaligheid in stopt, geeft dat echt een kick. Verder is het niet alleen naamsbekendheid voor mezelf, ook voor fairtrade producten.’

In welk blad zou jij je tassen het liefst terug willen zien?

‘Internationaal gezien zou Vanity Fair heel leuk zijn, dat blad maakt inhoudelijk sterke stukken en mooie portreterende interviews. Er komt ook een Nederlandse Vogue, dat is hét ultieme modeblad. Dat zou echt een stempel van goedkeuring zijn.’

Als je zelf gaat winkelen, let je dan op ‘het groene label’?

‘Nu ik zelf in de ‘groene branche’ zit, let ik er misschien wel te veel op. Ik maak nu andere keuzes en ik weet hoeveel moeite er achter een kledingstuk zit. Als een jurkje tien euro kost sta ik stil bij de marge die naar de winkel gaat. Daar houdt de producent –vaak in het buitenland- niks aan over. Nederlanders zijn naïef, we denken dat alles wat we kopen uit een fabriek komt. Dat klopt niet, het is vaak met de hand gemaakt in lagelonenlanden. Ik heb nu veel meer respect voor producten.’

Wat is het ultieme doel van O My Bag?

‘Ik zou heel graag een ‘fairtrade movement’ op willen zetten en mensen laten zien hoe een product wordt gemaakt. Voor ‘O My Bag’ zou ik ook een producent in Afrika willen, niet alleen in India. Als er in meerdere landen wordt geproduceerd, krijgen de tassen ook een ander uiterlijk. Ik wil in ieder geval op een moderne manier blijven ontwerpen met een lokaal cultureel tintje.’

woensdag 21 december 2011

Het bergvirus

Stel je voor, je wint 182 miljard bij de postcodeloterij. Wat doe je met zoveel geld?  Veertien duizend Ferrari Spyders kopen? 65 duizend hartvormige handtasjes gevuld met ruim 4000 diamanten? Thijs Zonneveld -voormalig profwielrenner- is niet zo materialistisch. Hij kwam met het plan om een berg in Nederland te bouwen. Niet zomaar een hoopje zand met een fietspand eroverheen, nee, een berg die –volgens gemaakte begrotingen- 182 miljard moet gaan kosten. De berekening die is gemaakt gaat uit van 73 miljoen kuub zand om in totaal 20 kilometer doorsnede en twee kilometer hoogte te bereiken. Op de berg kun je extreme sporten beoefenen, wonen, met de lift naar de metro, energie opwekken… je kunt het zo gek niet bedenken; het moet allemaal kunnen op de eerste Hollandse berg.

Het klinkt als een slechte grap of een kinderdroom. Die droom begint steeds meer vorm van realiteit aan te nemen. Honderden professionals, onder andere hoog opgeleide architecten, zijn serieus aan het nadenken over de berg. De berg kan ontzettend veel opleveren. Er zijn plannen voor het bouwen van windmolens, voedselplantages en waterkrachtcentrales.

Het enige probleempje van dit ‘prachtige’ plan is de begroting van 182 miljard die opgehoest moet worden door ons, sponsoren, gemeenten, banken, universiteiten, bedrijven en ga zo maar door. Voor vijftig euro kun je al een stukje berg kopen. Als het plan uitgevoerd wordt zal het stukje berg in een aandeel met 25% bonus veranderen.

Wat te doen met 182 miljard? Ideetje. Naar schatting zijn er in Nederland aan het eind van 2012 1,1 miljoen mensen die onder de armoedegrens van 1000 euro per maand inkomen moeten leven. Als we iedereen uit de schulden willen helpen kost dat ons 13 miljard op jaarbasis. Van 182 miljard zou heel Nederland veertien jaar armoedevrij leven. Ander voorbeeld; Nederland kende in 2010 een schaatsschuld van 371 miljard. De berg kost de helft(!) van de staatsschuld die opgebouwd is in 110 jaar tijd. We zitten officieel in een recessie,  zitten voor de brievenbus op ons salarisstrookje te wachten en denken ondertussen aan een berg in Nederland. Gebaseerd op een noodzaak van 0 komma 0.

In deze hele wereld zijn er zeker zestig landen die onder de armoedegrens leven. We doen alsof alles goed gaat terwijl Nederland opnieuw in de crisistijd zit. Mensen moeten vechten voor een baan, en zie die maar eens te behouden. Het is onbegrijpelijk dat Nederland dit plan serieus oppakt in de tijd dat elke cent telt.

Misschien kunnen we een berg van eurocenten bouwen. Die zou misschien nog wel een kilometer hoger worden, en we houden vast wat centen over. Als de berg er niet komt, boek dan lekker een vakantie naar Oostenrijk als je zo graag wil skiën of mountainbiken. Bergen in overvloed, gemaakt door moeder natuur. En het allermooiste; er is geen cent aan te pas gekomen.

zondag 28 augustus 2011

I'm back

Na een laaange vakantiestop kan ik zeggen: I'm back!
Nu morgen school weer begint zal ik met enkele regelmaat proberen weer te bloggen over alles waar jij geen zin in hebt om over te lezen. Hebben we een deal? We hebben een deal!

dinsdag 3 mei 2011

Witte waas

Een vluchtige blik naar links. Er komt niemand aan, gelukkig. Veilig.
Een vluchtige blik naar rechts. Oog in oog met een kat. Maar die kat doet gelukkig niets.
Dat is waar ik begon. Op een veilig afstandje van huis, achter een boom. Vouwen.

Voor mij is dit ritueel bijna maandelijks geworden. Op een afstand van huis gaan staan- op een plek waar ik veilig ben en er geen mogelijkheid is dat mijn vader of moeder heel per ongeluk langs komt lopen- om mijn pas gekochte kleding zo strak mogelijk op te vouwen zodat het lijkt dat ik met minder thuis kom.

Als ik ga winkelen, doe ik dit het liefst alleen. Of met een man. Helemaal de (meestal korte) tijd voor mezelf nemen. Geen gezeur van een vriendin die zo'n beetje iedere H&M in Utrecht wil bekijken. Stomme trut, je hebt er toch allemaal dezelfde kleding. Snap dat dan. Doelgerichtheid heet dat. Het ontbreekt hoor, bij velen. Bij mij niet. Tijdens het winkelen krijg ik een soort witte waas voor mijn ogen. Ik pak alles maar uit rekken. Ik kijk naar wat ik mooi vind, niet naar de prijzen. Bij de kassa moet ik altijd even slikken. Ik troost mezelf in de trein met de gedachte dat ik er hard voor heb gewerkt. Dat ik het heb verdiend.

Met bibberende handjes pak ik de prijskaartjes vast. 250 euro. Tweehondervijftig. Twee-honderd-vijftig. Ik laat het even rustig op me inwerken. Ik denk na over hoe gigantisch dat bedrag eigenlijk is. Een kwart voor 1000 euro. Een kwart. Één vierde. De grijze man tegenover me kijkt vol medelijden. Ik zie hem denken: Daar heb je weer zo'n triest kind dat teveel geld heeft uitgegeven. Ik wil hem aankijken en tegen hem schreeuwen: 'JA LUL, DAT ZIE JE GOED' maar ik doe het niet. Ik realiseer me dat er iets goed mis met me is. Die witte waas voor mijn ogen is een bomaanslag op mijn portemonnee.

Bij thuiskomst houd ik mijn tas strak naast me. Met mijn nog strakker opgevouwen kleding. Zodat mijn tas leeg lijkt. Vrouwentactiek noem ik het maar. Wederom beschamend. Dan komt het onvermijdelijke gesprek.

'En Iris, heb je nog iets gekocht?'
'Eeehh, nee'
'Je bent de hele dag in Utrecht en Amsterdam geweest en je hebt niks gekocht?'
'Nee...'
'Dat is knap!'


Ik kan het niet laten om bij thuiskomst al mijn kleding uit te stallen en aan te trekken. En ja hoor. Dan komt mijn moeder binnen. 'ZIE JE WEL, JE HEBT TOCH IETS GEKOCHT! HOEVEEL HEB JE ERVOOR BETAALD?' Slik. Rood. Hap. Kom op Iris, lieg. Doe wat je goed kunt. 'Ik weet het niet precies, het was in de.. in de...' 'Ik geloof echt niet dat het uit de uitverkoop is hoor' Fuck. Fuck. Fuck. Nieuw smoesje? Krakende hersens. Ik kan het niet meer.

Nu zit ik hier. Met mijn veel te dure vest aan, waarvan ik eigenlijk zeker weet dat niemand hem mooi vindt, behalve ikzelf. Maar wat was ik blij. Al was het maar voor 5 minuten. Ik weet dat ik iets aan die waas moet doen. Misschien moet ik eens langs de opticien gaan. Maar dan wel NA de nieuwe collectie van Karen Millen.

zondag 1 mei 2011

The land of confusion

Waarschuwing 1: Kun je niet tegen gezeur en haat, klik dan weg.
Waarschuwing 2: Ben je een Nederlandse-regering-ophemelde-huppelkut, klik dan weg.

There’s too many men, Too many people
Making too many problems- and not much love to go round
Oh can’t you see, this is the land of confusion?

Phil Collins zong er 25 jaar geleden al over. Het land van verwarring. De VS, een groot land. Alleen daar gebeuren DE dingen. Alleen daar kunnen mensen met een geweer onschuldige mensen doodschieten. Alleen daar. Dachten we. Tot afgelopen zaterdag.

Alphen. Het is niemand ontgaan wat er is gebeurd afgelopen zaterdag. Een man waar niks mis mee leek, ook wel Tristan van der V genoemd-of door het altijd respecterende AD (ahum) ‘gewoon’ Tristan van der Vlis, schoot als een gek in de rondte met een semi-automatisch wapen. Zes mensen overleefden het incident niet. Waarom hij het deed weet niemand. Hij deed wel af en toe een blowtje en had zelfmoordneigingen. Vergeet zijn wapenvergunningen niet-Ja, ik zei vergunningen. Hij had er meerdere.

Dat is precies wat ik niet snap. Kijk de een na laatste zin van de vorige alinea, en de laatste. Vergelijk het eventjes. Snap jij het? Ik niet. Iemand met zelfmoordneigingen die een wapen in bezit mag hebben is als een emo een scheermes in de hand duwen. Het ergste is nog dat de schuld eigenlijk indirect niet eens bij Tristan zelf ligt. Om een vergunning te krijgen moet je namelijk 8 jaar geen strafblad hebben gehad en ook nog eens geestelijk stabiel zijn. Mijn vraag is gewoon; wat ging hier mis? Waarom kreeg deze man een vergunning? Waarom werd er zo makkelijk mee omgesprongen? WAAROM? Wie is hier nou eigenlijk schuldig aan? Tristan die zelfmoordneigingen had, of de idioot die niet doorhad dat hij suïcidaal was?

Verder kan ik er gewoon niet met mijn hoofd bij wat de regering nu doet. Ze denken blijkbaar dat ze het goed maken door nu achteraf maar eventjes te kijken en dingen aan te passen. Ineens moet er gekeken worden naar de wapenvergunningen. Ik persoonlijk vind dit echt wagelijk. Ik denk dat de nabestaanden en ‘overlevenden’ van dit spektakel hier hetzelfde over denken. De regering moet nu hun medeleven laten zien. Want ja, nu is het natuurlijk dé tijd. De tijd om medeleven te betuigen. Nu van een 19 jarige jongen zijn vader het eeuwig vuur in gaat. Mensen zijn kapot van verdriet. Zijn hun vader kwijt, hun oma, hun opa. Hebben iets gezien dat ze nooit meer van hun netvlies af zullen krijgen. Nee regering, het is te laat. Veel te laat.

Someone told me before: zo gaat het in Nederland. Er is hier iets goed mis. Alsjeblieft, iemand, leg me uit waarom. Het kwaad is geschied en men gaat de problemen oplossen. Nederland moet wakker worden. Pak problemen vooraf met beide handen aan. Loop niet uit je neus te vreten in Den Haag. Neuk niet met de vrouw van een collega in de kamer, maar ga iets doen. Als het te laat is heeft het geen zin meer, geloof me. Het enige dat hier aangewakkerd wordt, zijn de feiten. En men moet eens zeggen waar het op staat. Nederland is ziek. De Nederlandse regering moet nog veel leren.

Phil Collins had het fout. Niet Amerika is ‘the land of confusion’, het is Nederland.

NB: Alle respect en sterkte voor de ouders van Tristan, alle nabestaanden en slachtoffers

zaterdag 9 april 2011

Lijmdraden

Jij, meisje, eigenlijk jonge vrouw met je kinderlichaampje. Wat geniet je van jezelf, heerlijk. Je spiegelbeeld lacht terwijl je kleren slonzig om je heenhangen. Alles past perfect bij elkaar, naar eigen zeggen. Iedereen weet wie je bent, maar of ze daar blij mee zijn- ik zeg niks.

Meisje, wist je maar wat iedereen van je vond. Als je weer eens met je irritante, achterbakse kop de bemoeial aan het uithangen bent, lijkt iedereen je aardig te vinden. Met nadruk op lijkt. Wist je maar hoe irritant je was.

Je hebt vast veel vrienden. Wat je ook hebt, is veel lijm. Geen zichtbare lijm, geen nagellijm- lijmdraden. Vastgeplakt aan de mensen die je onder de tang hebt. Zonde. Wil iemand anders tegen jouw beste vriendinnetje praten, dan sta jij er met je heksenneus bovenop. Jouw mening is namelijk echt ontzettend belangrijk.

Aan mannelijke aandacht geen gebrek, zoals je zegt. Wat ik overigens totaal niet kan begrijpen- and believe me, I am not the only one. Mijn moeder zou zeggen; een zak zout op en nog geen dorst. En een man met fatsoenlijk werkende hersens zou zeggen; Een zak over je kop en erin en eruit. Meer niet. Gelukkig heb jij een vent waarbij wel meer dan één steekje loszit. Ach, zolang zijn derde been maar werkt en jij het heerlijk kunt rondbazuinen aan iedereen die het maar wil horen.

Als iedereen tevreden is, ben jij dat niet. Ik weet niet waar je dat humeur hebt gekocht, maar één ding is me duidelijk. Graaf diep in de vuilnisbak, zoek die bon op en breng hem terug. Ruilen mag ook, slechter dan dit kan het toch niet meer worden.

dinsdag 8 maart 2011

Mannen

Met trillende handen typ ik dit stuk. Ik gebruik al medicijnen om het trillen te onderdrukken, maar dat is anders. Ik tril van kwaadheid. De laatste tijd ben ik wel vaker boos, en het is maar om één rede. Mannen.

Begrijp me niet verkeerd, er zijn zoveel goede en leuke mannen op deze wereld. Het is alleen jammer dat ik er zo weinig tegenkom. Waar ik echt zo ontzettend moedeloos van word is van die kerels die alles beloven, maar niks waarmaken. Je zegt dat je niet zoals een ander bent. Nee klopt, je bent veel erger. Je bent niet van de one night stands. Nee, behalve als je een paar flinke borsten voor je neus krijgt. Je weet niet wat je wil, maar voor een ander meisje wel.  En ga zo maar door.

Iedere man lijkt wel bindingsangst te hebben. Er is een zin die veel mannen typeert. 'We gaan niet te snel toch, want ik wil nog geen relatie' Man, je verpest alles met die zin. ALLES. Altijd als het leuk is- ik ben niet eens uit op een fucking relatie, dan moet je het altijd verneuken door die zin te gebruiken. Maar je vindt me wel leuk, natuurlijk. Natuurlijk. Komt ook erg geloofwaardig over. Door die zin wil ik niet eens meer moeite doen. Maak je toch eens niet zo'n zorgen om een relatie, je vergooit er alles mee. Het was leuk zoals het was, tot die zin.

Haat en liefde staat altijd dicht bij elkaar. Vooral bij mij. Ik weet niet hoe het komt, ik weet niet wat het is. Het lijkt wel alsof ik de problemen zelf maak of opzoek. Ik hoor wel vaker dat ik een drama ben op liefdesgebied. Is het dan mijn schuld?  Dat ik om de week een andere jongen leuk vind? Ik weet gewoon niet meer wat ik moet geloven. Als ik iemand leuk begin te vinden, is die jongen altijd 'anders', naar eigen zeggen. Is dat maar voor een paar dagen dan? Een soort abonnementsdienst die na een bepaald aantal uren afloopt? Zie je dan weer smsjes van andere meisjes in zijn telefoon? Ook zo'n punt. Meerdere meisjes. Wat fijn he, dat je altijd iemand achter de hand kunt houden? Een soort van reserve, als het met je eerste keus niet zo goed gaat. Lekker aan het lijntje houden.

Goed, haat en liefde dus. Al haat ik mannen, ik blijf ze leuk vinden. Vooral jou. Ik zou je het liefst tegen de muur aandrukken met één hand, je kussen en je kei hard in je onderlip bijten. Met in de andere hand een levensgevaarlijk broodmes. Een flinke zwaai met mijn arm maken om jouw hoofd nog maar net te missen.

Geloof me, ik ben het zat om zo te haten, echt. Ik blijf maar zoeken naar die handleiding op Marktplaats. Maar ik wil nog niet echt slagen.

Misschien, ooit...

woensdag 2 maart 2011

FHJ eer.

Speciaal voor jullie, is deze blog. Voor JULLIE. De personen die ik zo ga noemen. Ben je al benieuwd? Ik houd je lekker nog langer in spanning. Eerst komt, zoals ik dat geleerd heb, de saaie lead. Ik zal overigens vast nog wel wat mensen toevoegen. Part nummero een. Don't hate me als je er niet in staat. Super grote mega sorry.

Ik begin met Iris.
Niet met mezelf dus. Iris Muller. Wat een pracht. Als je haar ziet, lijkt ze het tegenovergestelde van mij. Niets blijkt minder waar. Ik herinner me nog dat we aan het fietsen waren op introductiekamp. Samen met Mitchell- die later nog genoemd gaat worden, zongen we Abel met Onderweg. Onze versie dan. Met jou voel ik me echt verbonden. Hoef niet eens te veel woorden te zeggen, of je snapt me. We kennen dezelfde frustraties. En houden van dezelfde prachtige lichtroze schoenen.

And so we go on. Verder ga ik met Nikos en Mitchell. Samen in het introductiegroepje. Ik wist totaal niet wat ik van jullie moest denken. Tot die fietstocht. Fuck man, jullie zijn echt te gek. Op de fiets praten over vanalles en nog wat, de vieste en smerigste detail verhalen, alles kon. En die avond op IC kamp. Een zatte Mitchell, MET vlechtjes in zijn haar en een hoela rokje aan. Aan de telefoon met zijn moeder, die ik natuurlijk wel de groeten wilde doen. Gast, je bent echt te gek. Maar stuur me nooit meer de verkeerde weg op in Breda. Want ik zal je vinden.

Next ones. Anna, Serena en Paul. Ofwel Pascal, Bep jansen mag ook. In S03 echt een bij elkaar geraapt zooitje. Ging de rest van de groep naar huis, bleven wij hangen. Moest ik werken, vond Serena wel dat ik erg bleek was. En maar ziek thuis moest blijven dus.Thuis.. in Central. Of thuis in Brandpunt. Ik denk niet dat er een groep gaat komen, waarin mensen zitten die zo gek zijn als jullie. Ik zal jullie toch wel missen. Al wens ik jullie welleens een brandende hel toe.

Dan ga ik verder met Nick en Clemens. Sorry dat ik jullie in één regel moet noemen. Sorry. Vooral voor Nick. Waarom? Clemens is een schat van een jongen. Ik geef hem dolgraag kussen op zijn neus. Maar deze jongeman heeft een diploma in falen. Wat niet erg is, we houden toch wel van hem. Dan hem je nog Nick. Als ik aan Nick denk, denk ik aan motoren. Heel vreemd. En aan een wannabe baard. Hij wordt graag gehoord. Maar is wel een schatje.

Dan heb je nog Bram Steenbeek. Bram heeft een bril. Hij houdt niet van tongen. Verder lijkt hij ook nog een beetje op Guus Meeuwis, en heeft hij een voorliefde voor kale negerinnen. Al haat ik hem vaak, ik mag hem toch ook wel ergens. Diep in mijn teen. Dankzij hem heb ik soms inspiratie. Blogs over babybuiken op laarsjes, enzo.

Verder met Daan Kusen. Wat een held! Hij kan soms stil zijn, maar dat zegt niks. Als hij wel iets zegt, is het tactisch. Hij weet wanneer hij moet praten. Zijn uitspraken zijn geniale hersenspinsels. En hij houdt van bier. Maar Heineken moet hij toch echt laten staan.

Juliette van der Smitte. Een klein opdondertje. Lacht heel schattig- Het lijkt op giechelen. Ze is heel erg lief, en ik heb de eer om volgend project bij haar in de groep te zitten. Stiekem hoop ik dat ze nog vaker lollies voor me meeneemt.

Jullie zijn echt te gek. Als ik dit jaar nog eens mag halen of falen, just know dat ik blij ben jullie als mede falers gekend te hebben.

dinsdag 1 maart 2011

Babybuik op laarsjes.

Daar sta je dan, voor de spiegel. Al krabbend over je harige buik. Intussen ben je al een paar maandjes zwanger van 800 hamburgers, 1700 blikken Redbull en een ontelbaar aantal broodjes kebab. Je doet je mooiste laarzen aan, althans dan denk je. En daar ga je. Over de straten. Die jij zal vullen met jezelf.

Je geniepige oogjes kijken naar alle mensen op straat die minder zijn dan jij. Iedereen dus. Met je smartphone plaats je de meest hatelijke tweets over mensen die je ziet. Paupers. Met Nickelson jassen. Je haat ze. Jouw stijlgevoel is namelijk te gek. Hoewel jouw hamburgerbuik het je soms niet toe laat je in de nieuwste mode te wurmen. Gelukkig heb je nog kaplaarzen.

Het feit dat iedereen je haat, boeit jou geen zak. Jij bent namelijk echt stoer. Vergeet al je vrienden niet. Die van hyves dan. En van twitter. Persoonlijk heb je alleen maar mensen om mee te gaan eten. Die sparen namelijk ook voor de redbullhamburgerkebab buik. En zitten aan de drugs.

Je bent een echte sportvolger. Jij en je buik hangen samen op de bank, heerlijk kijkend naar de inspanning van wielrenners. Met een zak friet, en 8 frikandellen. Van al dat junkfood krijg je helaas geen energie. Dus je blikken Red Bull zijn je naasten, opgesteld in keurige rijtjes van zes bij zes.

Je wil een held zijn. Slimmer dan iedereen. Elke discussie aangaan. Je weet namelijk zo veel voor je leeftijd. Think twice.

Als je echt zo slim was, zouden de ingezakte voetafdrukken van jouw laarsjes niet in de wachtrij bij de Mac Donalds staan.

vrijdag 25 februari 2011

Die eerste

Terug in de tijd. Het is het jaar 2008. net 15 geworden. Met een enorme brok van zenuwen in mijn keel zat ik voor de spiegel in de keuken. Een lichtroze glans sierde mijn lippen. Ondanks een flinke laag make-up waren de sproeten goed zichtbaar. Mijn haar gebleekt door de zon. Het was warm, ik kookte. Van de zenuwen.

Toen kwam jij binnen. Ik was zongebruind, jij was lijkbleek. Het wekenlange vroege opstaan had je huid verbleekt. In de tere huid rondom je felblauwe ogen verschenen lachrimpeltjes. 'Dus, ga je mee?' Je lachte even leuk als altijd met je perfecte beugelrechte tanden. Ik herinner me mijn ouders, die aan het smoezen waren toen we wegfietsten.

Daar waren we dan. Aan het water. De zon zou bijna onder gaan. Ongemakkelijk liepen we maar wat, niet wetende waar we naartoe moesten gaan of waar we het over moesten hebben. Lacherig waren we. Toen stelde je voor even te gaan zitten. Een geprek begon, het onderwerp slingerde van hot naar her. Het werd steeds kouder en donkerder. Strak lag je naast mij. Tussen de gesprekken en het lachen door deed je af en toe je ogen dicht.

Een uur of tien was het intussen. Het was verschrikkelijk snel koud geworden na een warme, zweterige zomerdag. Steeds strakker lag je naast mij. Mijn beschamend kleine hand in jouw koude hand. Je zei niets, maar dat hoefde ook niet. Als je mondhoeken omkrulden, was het genoeg.

Samen keken we naar de zonsondergang. We luisterden muziek. Je vertelde honderduit over muziek en nieuwe nummers. Ik, gehypnotiseerd door je geur, ving er maar weinig van op. Hoewel je woorden langs me heen gingen, was ik blij dat ik daar was, met jou. Af en toen legde je je hoofd opzij, en keek je naar mij met je prachtige blauwe ogen. Jouw neus zachtjes tegen de mijne aangedrukt. Jouw lippen tegen de mijne. Jouw handen in de mijne. Alsof het moment nooit voorbij zou gaan. Geen een jongen zou ooit meer de eerste zijn.

Die zomer. Hij duurde niet oneindig. Je ging verder met je leven, ik ging verder met het mijne. Een andere stad, een andere school. Een nieuw meisje, een nieuwe jongen.

Tot februari 2011. Ik zie de trein al aan komen rijden als ik mijn fiets nog op slot moet zetten. Rennend ga ik de trap op. Als ik mezelf met een rood hoofd op een stoel stort, hoor ik een onzekere stem: 'Iris?' Daar zat je dan. Na twee jaar. Je zag er goed uit. Je rook nog als vanouds. Tussen het gesprek door praat je nog wat over muziek. Af en toe sluit je je ogen. Je hebt niet zo goed geslapen. Na een leuk gesprek stappen we uit. Lacherig zeg je dat je je roos bent vergeten. Ik begrijp het niet. Pas als ik wat later op mijn horloge kijk, zie ik de datum: 14 februari.

zondag 20 februari 2011

Haat-Liefde

Ik wil je,

moorden, schoppen en slaan.
Je zo hard in elkaar timmeren dat je niet meer kunt staan.
Ik wil als een bloedzuiger het leven uit je halen.
Ik wil je zien vallen, ik wil je zien falen.

Het bloed onder je nagels zien wegtrekken,
Al het geluk uit je leven weg laten lekken.
Ik wil al je botten breken,
Een mes in je ribben steken.

Geschreven met bloed zullen de brieven zijn die ik je schrijf,
Het liefst steek ik ze met naaldjes vast in je harteloze lijf.
Ik wil je tranen, ik wil al je pijn
Al die liefde, het is zwarte schijn.

Maar boven alles,
ik wil je.
Ik wil je lippen, ik wil je ogen.
Ik wil alles van je, ongelogen.
Je problemen en gebreken,
Je om alle liefde smeken.

Ik wil alles, maar ik haat je.

dinsdag 15 februari 2011

De katvrouw

Er was eens een katvrouw. Een katvrouw kan duizend dingen zijn. Een kattige vrouw, een vrouw met een kattenfetish of gewoon een katvrouw. Deze vrouw is dus een echte katvrouw. Wanneer ze geboren is weet alleen God. Overduidelijk is dat het lang, lang geleden is.

De katvrouw droeg haar naam niet voor niets. De lieve vrouw woonde op de bovenste verdieping van een luguber flatgebouw samen met haar 70 katten. Iedere kat had ze een naam gegeven. Ze kon iedere kat uit elkaar houden. Haar twee favorieten, Pauper en Proleet, kropen iedere avond tegen haar linkerborst, terwijl zij slaapliedjes voor ze zong.

De katvrouw heeft nooit liefde gekend. De enige liefde die ze kende was voor haar katten. De katvrouw kwam nooit buiten. Omdat ze al zo oud was, was haar haar verschrikkelijk lang gegroeid. Als haar katten honger hadden, gooide ze haar haar uit het raam. Haar katten klommen zo via haar haar naar beneden, om buiten te jagen op ratten en ander gespuis. De katvrouw wilde ook eten. Dus de katten zorgden voor de katvrouw. Af en toe had de slagerij om de hoek de deur op een kier. Haar lievelingskatten Pauper en Proleet gingen dan op de zoektocht naar een restje vlees voor de katvrouw, die ze dan met haar half afgerotte tanden stuk kauwde.

Hoewel de katvrouw nooit muziek heeft gekend, genoot ze van het geluid van haar miauwende katten in de vroege ochtend. De symfonieën van haar 70 jengelende katten was voor haar als een spontaan orgasme. Al heeft ze nooit seks gehad. Ze hield van liefde. Kattenliefde. Met haar 55 centimeter lange nagels kriebelde ze graag over de buikjes van haar katten. Haar rimpelige gezicht drukte ze tegen de neusjes van haar katten. Dat is de enige manier van innige liefde die ze kende.

De katvrouw kende ook verdriet. Eenmaal kwam Pauper niet meer terug van rooftocht. Proleet heeft haar 's nachts in slaap gejengeld, als een soort schrale troost. De volgende dag gooide ze haar haar uit en wachtte zij totdat de kat haar lange, vette haar zou trotseren. Maar dat moment kwam niet. Urenlang heeft ze gehuild, de katvrouw. De katten likten haar tranen uit haar diepe rimpels. De katvrouw voelde zich oncompleet. Al had ze troost van haar 69 katten, het gevoel was niet compleet.

Dagenlang heeft ze gehuild. Haar katten mochten nog maar af en toe naar buiten. Al hadden zij genoeg aan haar talloze tranen. Eten kwam er niet meer. Proleet had er geen zin meer in. Hij was zijn soulmate kwijt. Ze waren een team, de een stond op de wacht en de andere stal het vlees uit de slagerij. Het kwam niet meer. De katvrouw was ontroostbaar. Ze werd zo zwak vanbinnen dat ze haar haar niet meer uit het raam gooide. Haar katten bleven altijd bij haar. Totdat ze niet meer naar buiten konden. Ze kregen geen eten meer. De katten aten stukje bij beetje meer van de katvrouw af, ze moesten iets. Het sap uit haar oogballen spoot alle kanten op. Het begon met een arm, en het eindigde bij haar stinkende en rottende gebit. De stank was ondraaglijk. Dit was het einde van de katvrouw, alles wat nog van haar over was waren haar haren. Meters lange haren, met spinnende katten erop.

zondag 30 januari 2011

TRAIN, loved it

TRAIN- Voor sommige een geel vervoersmiddel (oke oke, soms ook wel wit met blauw), voor anderen een band. En wat voor een. Na sceptisch te zijn over de zangkwaliteit van de frontman (op enkele youtube fragmenten klonk hij meer als een nachtegaal die teveel zware shag had gerookt) is het tegendeel keihard bewezen.

Nadat we de ijspegels van onze wenkbrauwen habben geplukt, was daar de zoektocht naar popcentrum 013. Hierbij is gebleken dat het bij het zoeken van iets geen voordeel heeft als je in die stad naar school gaat. En oja, een kaart heeft ook niet veel zin. Volgens betrouwbare bronnen was de weg makkelijk te vinden door middel van de bordjes in tilburg. Ja, als ze ons niet een touristische route laten lopen oftewel enorm veel 8'tjes DAN waren we er misschien binnen 10 minuten geweest.

Ach, we zijn op tijd. De zaal zit toch al aardig vol. Voordeel aan 013 is dat op welke plek je ook staat, je hebt altijd goed zicht op het podium. Behalve als je 1 meter 50 bent natuurlijk...

Dan klinkt er ineens het geluid van -vrij voorspelbaar, een trein! De opkomst van de heren is stipt op tijd. Ze starten met wat oudere nummers als een opwarmertje voor de nieuwe single, if it's love en de grote hit Hey Soul Sister. Eigenlijk hoeft leadzanger Hotchkiss vocaal verder weinig te doen, want dat doet het publiek wel voor hem. Dan ineens besluit hij verder te gaan zonder begeleiding, en zonder microfoon. Daar sta je dan ineens totaal blown away door de geweldig krachtige stem die hij laat horen. Look to the sky is gezongen met passie. En dat zie je. En dat voel je.

Now that she's back in the atmosphere, with drops of jupiter in her hair...

Ik ben erg blij als mijn persoonlijke train-favoriet Drops of Jupiter begint. Hotchkiss klinkt live zo goed dat het lijkt alsof hij playbackt. Dit nummer is ondertussen al 9 jaar oud, maar wordt door iedereen meegezongen. Hij daagt het publiek uit om zijn uithalen te kunnen evenaren en grapt er op los.

Wat het mooie is aan dit hele optreden, is het charisma van Hotchkiss. De soms wat vreemde dansmoves en leuke uitspraken als 'if you don't know my lyrics, just make your own! i don't give a shit' geven toon aan voor deze avond. Hotchkiss blijkt een rasechte performer te zijn die je in bands maar weinig tegenkomt. Hij loopt al zingend het publiek door, signeert het shirt dat hij draagt- om hem vervolgens het publiek in te slingeren en selecteert zijn eigen 'Trainettes'. Tijdens het optreden merk je wel dat het lijkt alsof er iemand in zijn gedachten zit waarvoor hij zijn nummers zingt, en dat is mooi om te zien. Ook de gitarist- die eerst wat nukkig lijkt te zijn, geniet zichtbaar van het optreden en van de meezingende menigte.

Train mag dan live soms wat steken hebben laten vallen, daar hebben wij deze avond helemaal niets van gemerkt. Het is een band die hun hart en ziel in hun muziek stopt, en dat voel je. Dus train, een passende afsluiting en tevens citaat van Hotchkiss:

'I won't say goodbye, I will say, see you soon'

Journalistiek, my thoughts.

De journalist, die irritante kutpersoon die mensen lastigvalt omdat hij antwoorden wil op vragen. Die persoon die altijd op de hoogte moet zijn van het nieuws. Basale kennis beschikt van verscheiden onderwerpen. Die niet alleen ik word zonder dt schrijft, maar ook iets afweet van economie. En milieu. En politiek. En cultuur. En zo'n persoon, moet ik dus worden. Maar bestaat het nog?

Opvallend is dat elke journalist in spé lui is. Niet gewoon lui, maar aardslui. Het leven van een journalist lijkt heel hectisch maar is eigenlijk gewoon relaxt. Dat hectische komt door 1 ding, uitstellen. Uitstellen is een verschrikkelijk iets. Het is een soort van vervelende partner-zo een die de was laat slingeren, waaraan je je levenlang vast zit. Uitstellen is ook mijn partner. Terwijl ik één ding weet. Uitstellen en journalist zijn gaan niet samen.

De journalist is altijd de pispaal. Als 'ie iets goeds doet is dat oké, maakt hij een fout dan is het een regelrecht drama. Je komt moeilijk aan een baan. En heb je die, dan is het nog niet eens zeker of je je staande houdt in de wereld van concurrentie en kritiek. Het is een wereld van komen en gaan.

Kranten zijn namelijk niet meer van papier, kranten zijn pixels geworden. Evenals nieuws. Je haalt je nieuws niet meer uit de krant, je haalt je nieuws van Twitter, waar je als eerste de berichten binnenhaalt. Bestaat het beroep journalistiek nog?

Journalistiek bestaat niet lang. Maar hoelang bestaat het NOG? Wordt de journalist iemand die geen research meer doet en alles klakkeloos overneemt van het ANP? Geen irritante microfoon die achter je aanrent, maar een zoutzak die voor een scherm toekijkt wat er allemaal gebeurt? Of is iedereen die achter zijn of haar computer een blogje tikt op hyves een journalist? Ik weet het niet meer.

Verandering is gezond. Mensen veranderen dan ook. Ze kijken met een kritische blik naar artikelen en denken hier ook over na. Dat is natuurlijk prachtig. Sommige veranderingen daarentegen zijn minder. Alles is crossmediaal.

Hoe je nu gewoon 'dat sukkeltje bent dat welleens stukjes schrijft' was je vroeger de held van de samenleving. Je bracht het nieuws aan het volk, je was een soort koning die door iedereen werd geliefd. Je leverde kwaliteit er werd daarvoor beloond met respect. Waar is toch dat respect gebleven? We kunnen alleen maar klagen. Via een computerscherm. Niemand heeft een naam, maar iedereen heeft een mening.

Ik mis die oude tijd, terwijl ik hem niet eens gekend heb.

Geschreven door Iris, een zielige journalistiek student.

Het fenomeen treinreizigers

Ik sta op het punt om te beschrijven wat voor iedere (trein)reiziger herkenbaar is. Want soms je reis je alleen. Althans, ik. En dan komt er wel eens iemand tegenover je zitten, als het erg druk is. Meestal ontstaan er van die awkward momenten, dat je gewoon aanvoelt dat de persoon tegenover je je aanstaart. Alles in je schreeuwt: KIJK TERUG, KIJK TERUG! Maar je blijft uit het raam staren. Als het gevoel weg is, kijk je dus wel. Wat zit er eigenlijk tegenover je? Ik vraag me altijd af, wie het ook is, wie ben jij en waar ga je naartoe?

Zo ook vandaag.

Intercity Arnhem 11:15

Een man in pak stapt de tweede klas binnen. Het is niet iemand die je verwacht in de tweede klas. Hij doet het knoopje dicht van zijn veel te mooie blazer en friemelt een beetje aan het boordje van zijn gestreepte overhemd. Hij zet zijn koffer neer, begroet met een vriendelijk 'dag' en gaat wat rommelen in zijn koffer. Je verwacht nu dus dat hij een boek erbij pakt over de economische crisis, de Amsterdamse AEX-Index of wat mij part een boek over bestuursrecht. Maar niets blijkt minder waar. Hij pakt een roman. Maar niet zomaar een roman, zo'n luttel boekje dat je voor 2.50 op de kop tikt bij een slechte boekhandel. Een boekje zonder verhaallijn maar met de nodige schunnige seksverhalen waar Kim Holland een puntje aan kan zuigen. Op de voorkant staat een naakte vrouw tegen een man aangedrukt. De titel is weinigzeggend. Dat is het moment dat ik ga denken. Waarom leest deze man in godsnaam zo'n boekje? Misschien is het toch niet zo'n welgestelde man als ik dacht. Misschien heeft 'ie van zijn laatste geld een pak gekocht om te kunnen solliciteren bij de Rabobank, en leeft hij normaal op straat. Heeft hij dit boekje gevonden en leest hij het uit pure verveling. Of misschien is het wel een zeldzame 50 jarige maagd die rode oren krijgt van schunnige verhalen. Of misschien heeft hij gewoon een modaal inkomen en is hij getrouwd met 7 kinderen. Wie is die man?

Intercity Arnhem- Schiphol Airport 13:25

Een mooie jongen stapt de tweede klas in. Maar niet zomaar een jongen. Dit is een soort Jezus, maar niet op sandalen. Hij strijkt met zijn hand door zijn al even perfecte langere donkerbruine haar. Zijn veel te mooie blauwe ogen kijken af en toe even uit het raam. Dit is het type jongen waardoor lesbische vrouwen ernstig gaan twijfelen, en waarbij de vrouw met bindingsangst aan huisje boompje beestje gaat denken. Zo'n man die op zijn 60e nog steeds charme heeft. Waarmee je de prachtigste modelkinderen krijgt. Hij pakt zijn gelikte smartphone uit zijn zak. Waarschijnlijk om alle fanmail door te spitten van zijn tientallen aanbidders. Hij luistert muziek. Zijn iPod houdt hij precies zodat ik kan lezen wat hij luistert. Brandon Flowers, het kan bijna niet mooier. Maar wie is deze jongen? Is hij model, reist hij naar Schiphol om vanuit daar naar New York te vliegen voor een shoot met Kate Moss? Of gaat hij nog naar school, OF werkt hij gewoon bij de supermarkt? De voornaamste vraag, 'zou hij een vriendin hebben', houd ik voor me. Ik blijf wel in die waan.

Stoptrein Utrecht CS- Breda

Ze zeggen wel eens dat het gezicht van de vrouw verandert met de jaren. Dat het eerst een triangel is met de punt naar beneden, en dat naarmate de jaren verstrijken die punt naar boven gaat. Kortom: hangzakwangen. Alle elasticiteit verdwijnt. Zo ook bij deze vrouw. Haar hangzakwangen bewegen mee met het ritme waarop ze kauwgom kauwt. Het zou ook kunnen dat haar kunstgebit niet blijft zitten. Ze kijkt door haar Gucci bril met samengeperste oogjes naar de vrouw naast haar. Ze ziet er arrogant uit. Ik schat haar een jaar of 67. Als ze opstaat blijkt dat ze heel erg kreupel loopt. Wat doet zo iemand in de trein? Gaat ze naar het ziekenhuis voor een kunstheup? Gaat ze naar haar lang gezochte man- een soort van spoorloos, die ze dan op het station ophaalt? Of gaat ze een nieuw montuur voor haar Gucci bril uitzoeken? WIE BEN JIJ?

Het is gewoon dat ik altijd wil weten wie iemand is. Ieder mens heeft wel iets aparts. Het is zo jammer dat je in Nederland vreemd aangekeken wordt als je iemand aanspreekt in de trein. Too bad, ik zou niets liever doen. Ik zou praten over modellenwerk, slechte seksromans en kunsttheupen. Maar helaas.

MAN VS VROUW

Het is weer zo'n dag. Zo'n dag waarop alles zwart lijkt, waarop je iedereen het liefst zou willen wurgen met het touwtje van je tampon en je ver weg onder je dekens wil schuilen. Zo emotioneel als een Justin Bieberfan bij het uitbrengen van een nieuwe jengelplaat. Ik haat van die dagen, juist omdat je alles haat. Ongestelde vrouwen zouden verboden moeten worden. Een week daarvoor ook overigens.

Hoe je het ene moment een gat in de lucht kan springen, kun je op het andere moment werkelijk iedereen en alles afzeiken. Zo ben ik ook. Vreselijk. Mensen proberen iets goeds voor je te doen, maar je waardeert gewoon niks. En dan komt de wind der positiviteit weer, en hupsakee daar komen de stemmingswisselingen. Mannen begrijpen vrouwen niet. Al komt je met een zilveren Rolex aanzetten, je moet gewoon echt even maken dat je wegkomt. GA WEG. Laat je vrouw lekker zitten mokken, het komt ooit wel weer goed. Wij vrouwen zijn sowieso al monsters, maar deze week het ergst. Willen we de man eerst afzeiken om het vervolgens kwijlerig goed te maken. Vreemd volk, die vrouwen.

Niet alleen is dat een negatief punt uit je zwarte week, ook die irritante rode vloedgolf. Denk je iets gezellig te kunnen gaan doen met vrienden, stop. Ik vind maandverband het smerigste dat er is. En dan die vleugels. Als ik wil vliegen, bel ik Harry Potter wel, of drink ik een blikje RedBull. Maar maandverband? Ik vind het een vreselijk iets. Dan nog tampons. Vrij handig. Helaas zit er een tijdslimiet op, Een soort tijdbom die niet afgaat maar wel doorloopt. En er zitten nadelen aan, dat sowieso. Er bestaan vrouwen die flauwvallen bij het inbrengen van een tampon. Of van die arme zielen die hun tampon er niet meer uitkrijgen. Oeps, touwtje afgebroken. Daar zit je dan, met een tampon in je. 'Hoi dokter, ik heb een tampon in me zitten die ik er niet meer uit krijg..' 'Oh geeft niks, wij hebben wel een tang'. Heerlijk.

Wat geweldig is aan het vrouwen bestaan is de uitvinding van make up. We kunnen onbeperkt ons gang gaan, en zelfs de lelijkste schets kan een mooi schilderij worden. Ons gezicht dus. Ideaal! Minder jammer is het dat jongens er meestal niet van houden. Tenzij je 'The Situation' uit Jersey Shore bent. Dus eigenlijk is het ook weer nooit goed. En dus worden we weer emotioneel. 'Die jongen vindt mij niet mooi'. Vreemd volk, die vrouwen.

Dan heb je nog mannen. Fantastische uitvinding, mannen. Wel erg jammer dat je bij je man geen handleiding krijgt. Lijkt me ideaal, een etalage vol met mannen om uit te kiezen. Vandaag AANBIEDING! Gratis handleiding bij aankoop van een man. Kon het maar. Ik ben gek op menig mannelijk persoon, maar ik heb soms een probleempje. Ik snap ze gewoon niet. 'Wat heb je vandaag gedaan dan?' 'Mwoh, niet zoveel'. Hou je mond lul, je hebt zat gedaan vandaag. Waarom zeg je zo weinig? Het is net alsof ze alles inslikken. Het is meestal zo dat de vrouw met een soort vishengel in de man zijn keel moet grijpen om er iets uit te krijgen. Vreemd volk, die mannen.

Mannen houden ook niet van winkelen. Jammer, vind ik, zeker. Mannen met een eigen stijl zijn namelijk het leukst. Zolang het geen halve emo is met spuiglok-haar wiens broek op zijn knie hangt. Man, kies toch lekker je eigen kleding uit! Vrouwen zijn juist dol op goedgeklede mannen die hun eigen kleding uitzoeken. Maar de man vindt het meestal wel best dat hun moeder of vriendin kleding voor hem meebrengen. Wat mij part wordt iedere man metroseksueel. Zolang ze mijn foundation laten staan in de badkamer.

Mannen zijn altijd heerlijk makkelijk. Ze zeuren niet als het even niet goed gaat, maar denken simpel. Ze roddelen niet echt, alleen over hun scharrels. Jammer is wel dat sommige dingen echt langs het mannenbrein heen lijken te gaan. Wellicht hangt het samen met hun simpele denkvermogen. Als je als vrouw je nieuwe aanwinst laat zien- 'Kijk eens schat, wat ik vandaag heb gekocht?'- hoor je meestal 'leuk' terwijl hij eigenlijk ergens anders zit met zijn hoofd. Twee uur later weet hij wel nog de voetbaluitslagen van drie jaar geleden op te dreunen, maar welke kleur je nieuwe jurkje had, god mag het weten.
Toch hou ik van die simpele zieltjes. Nooit moeilijk doen. 'Ja maar hij zei dat zij had gezegd dat jan over mij roddelde', He doesn't give a fuck. Toch wel apart volk, die mannen.

Mannen, wat hebben jullie het toch zwaar met je vrouw. Laat haar voortaan lekker op de wc zitten huilen, schuif een chocoladereep onder de deur door en we zijn tevreden.

Vrouwen, blijf die sokken niet naar het hoofd van die man gooien- Al ruimt hij ze niet op, blijf hopen dat hij vanzelf zindelijk wordt. En blijf zoeken op marktplaats naar die handleiding. Geloof me, ergens is hij vast in de aanbieding.