maandag 10 september 2012

Het kind dat niet groot wordt



Stel je voor, je bent een kerngezonde vent, je verdient genoeg geld om een gezin te onderhouden. Je droomt van een kindje, maar samen met je vrouw lukt het niet. Wat doe je dan? Simpel, je adopteert een kind. Stel je nogmaals voor, je bent een gelukkig getrouwd homoseksueel stel met genoeg geld om een gezin te onderhouden. Jullie dromen van een kindje. Dat is even jammer, jij mag niet gelukkig niet zijn. Stel je voor, je leeft in een land waarin de SGP aan de macht is.

Sinds 1918 is de Sociaal Gereformeerde Partij een begrip in Nederland. Als het aan de partij ligt is de man het hoofd van de vrouw. Het regeerambt is voor de man, net als zo’n beetje elke andere manier en vorm van werk. De vrouw is niet veel meer dan een broedkip die zoveel mogelijk eieren moet leggen. Is de broedkip zwanger gemaakt door verkrachting, mag het kind niet worden geaborteerd. Stel je voor, je kijkt naar je pasgeboren kind, barst in huilen uit en wordt de rest van zijn of haar leven herinnerd aan de dag dat je je eigenwaarde verloor. Stel je voor, je leeft in een land waar de SGP aan de macht is.

Begrijp me niet verkeerd, de Christelijke grondslag van de partij stoort mij totaal niet. Het zal mij een worst wezen of iemand in God gelooft of in Hans Cristian Andersen. Wat mij stoort is de ouderwetse manier van denken van de partij. Nederland verandert, maar de SGP is nog steeds die partij van bijna honderd jaar geleden. Het kind dat oud wordt, maar niet volwassen. Het kind dat loopt in oude, verwassen kleding, toe aan vernieuwing. Stel je voor: homo’s zijn ook gewoon mensen, vrouwen hebben hun handen en benen niet voor niets gekregen en het is helemaal niet zo gek om abortus te laten plegen na een verkrachting. En het mooiste van alles: we hoeven niet langer verplicht met zijn allen op zondag achter de geraniums te wachten totdat de maandagochtend roept. Stel je voor, de SGP is ontwaakt uit haar lange middagdutje.

woensdag 5 september 2012

Brief aan Roemer

Lieve Emile Roemer,

Arme, arme Roemer. Je begon zo lekker. Als boegbeeld van de Brabantse gezelligheid met een zachte G sta je sinds 2010 je mannetje -of michelinpoppetje- bij de partij der socialisten. Nederland vindt je te gek, Nederland herkent zich in jou. Een vriendelijke Bourgondiër, voormalig leraar en familieman die leeft tussen de mensen. Door die herkenning heb je een dikke streep voor op je concurrenten. Als prima teler breng je de tomaat naar ongekend formaat.
Eerlijk is eerlijk, het was wel een keer verfrissend om een gezellige kop te zien tussen al je chagrijnige collega’s in Den Haag. Noem een Alexander Pechtold. Alexander heeft een bruisend leven. De hele dag trekt hij een gezicht alsof er een drol klemzit tussen zijn witte kadetjes. Het weekend is niet veel spannender. In zijn vrije tijd zingt hij politiek correcte liedjes met een Leids balletjesaccent terwijl hij zijn favoriete en behoorlijk seksloze hobby uitoefent: houthakken. Maar nee, Roemer, zo ben jij niet. Het is niet gek dat jongeren jou kozen als favoriete politicus om een nachtje mee door te zakken in de kroeg. Jij bent de kleinzoon die oma in de wang wil knijpen, de man met de eeuwige lach. Helaas viel er tijdens het premiersdebat weinig te lachen.
Je vrolijke gezicht leek opeens op het gezicht van een kind dat voor het eerst naar de peuterspeelzaal wordt gebracht. Angst. Je kreeg miljoenen onzichtbare vuisten in je gezicht toen je begon over het aantal kinderen dat leeft onder de armoedegrens. Je zat er een krappe honderdduizend kinderen naast. Misschien heb je de cijfers verwisseld met een vage staat in Afrika, misschien had je een nachtmerrie gehad over de Oompa-Loompa kleur en overgebleekte tanden van Geert Wilders. Misschien stond je een avond van tevoren aan de bar met een fles tequila in je hand je tekst door te nemen, terwijl Brabant van Guus Meeuwis uit de speakers knalde. Wij zullen het nooit weten, maar we nemen het je wel kwalijk. Dit soort fouten kun je je niet veroorloven. Je uh’tjes overstemden het hele debat en zo gingen Wilders, Rutte en zelfs nieuwkomer Samsom als een wals over je heen. De laatste vuist in je gezicht kreeg je van de peiling. Vier zetels verlies. Auch.
Lieve Roemer, ben je echt gelukkig zo? Hoor je in een pak rond te lopen tussen de balletjes van Nederland? Het antwoord was eigenlijk wel van je gezicht af te lezen. Al doe je het best aardig, bespaar jezelf de ellende. Word geen houthakker. Blijf een Brabander, gezellig in de tuin tussen de familie en mensen waar je van houdt. Want dat is waar je hoort. Achter de barbecue, biefstukjes bakken voor iedereen. Mèt versgeplukte tomaatjes ernaast.
Groetjes, Iris van Iersel